03.08.2012, 15:20
.
Ik ben gelijk de lijder aan een wonde,
Die zich niet durft te wenden in zijn bed,
Doch wild zijn leden wentelt op de sponde,
Zoodra de slaap zijn wil in boeien zet.
Hij droomt zoo blij dat hij een ranke blonde
Gevangen jonkvrouw uit haar kerker redt,
Haar op zijn ros tilt en de stoer-gezonde
Armen rond háar slaat, die zich niet verzet.
Hij rent het bosch door, ruikt aroom van boomen
En van haar lokken, waaiend langs zijn mond
En drijft het paard door beken en door stroomen
En kust de bruid, voor wie hij ál doorstond.
Plots schrikt hij wakker uit zijn heerlijk droomen
En voelt de pijn weer van zijn diepe wond.
Ik ben gelijk de lijder aan een wonde,
Die zich niet durft te wenden in zijn bed,
Doch wild zijn leden wentelt op de sponde,
Zoodra de slaap zijn wil in boeien zet.
Hij droomt zoo blij dat hij een ranke blonde
Gevangen jonkvrouw uit haar kerker redt,
Haar op zijn ros tilt en de stoer-gezonde
Armen rond háar slaat, die zich niet verzet.
Hij rent het bosch door, ruikt aroom van boomen
En van haar lokken, waaiend langs zijn mond
En drijft het paard door beken en door stroomen
En kust de bruid, voor wie hij ál doorstond.
Plots schrikt hij wakker uit zijn heerlijk droomen
En voelt de pijn weer van zijn diepe wond.