Sonett-Forum

Normale Version: Wonderbron
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Mijn dichterziel gelijkt de wonderbron,

Waar bloem en blad, zoo teêr van kleure' en lijnen,

Hun schoon vereeuwige' en verkristallijnen,

Zoodat hun deren meer kan wind noch zon.



Veel uren broos, gedoemd tot vlug verdwijnen,

Heb ik gedompeld in die wel: - zoo kon,

Wijl die 't bederf van 't sterflijke overwon,

't Verleden nooit verwelken, doch verreinen.



'k Leg bloem en loover droomend stil bijeen,

Naast roode rozen blanke bloesemtwijgen,

Vergeet-mij-niet bij madelieven kleen.



Hoe star versteend, zij blijven toch mijn eigen,

Gezameld saam, in zalig liefde-zwijgen,

Gezameld saam met hem, die liet me alleen.