Sonett-Forum

Normale Version: Wen héel den nacht ik neerlig slapeloos
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Wen héel den nacht ik neerlig slapeloos

Of wakker schrik uit droomen van weleer,

Flitst door mijn ziel met stâgen wederkeer:

- ‘Ik ben alleen wijl hij een andre koos’.



Hij wist hoe zacht en zonder wraakbegeer

Mijn liefde bleef, al bleek zijn liefde voos,

Al loonde hij mij elke liefderoos

Met doorn van spot, hoe 'k liefhad, telkens weer.



O 'k móest hem haten, wijl ik door zijn schuld

Dit bitter leven eenzaam leven moet

En 'k weet dat nooit berouw hem zóo vervult

Dat om vergeving hij mij valt te voet.

Doch draag ik 't onverdiende in stil geduld.

Wie 'k liefde leeft en hem is 't leven zoet.