Sonett-Forum

Normale Version: Ik had u nog zóoveel te zeggen, lief
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Ik had u nog zóoveel te zeggen, lief,

Dat stelde ik álmaar uit, in waan: - Nog leit

Voor ons het leven, dáarna de eeuwigheid.

Hoe kon ik raden dat, gelijk een dief,

Verraderlijk vermomd als éen die vleit

Om loon voor 't brengen van een blijden brief,

Doch loert hoe, sluw, hij 't weerloos hart doorklief,

Mijn Noodlot naderde? - Ik was niet bereid.



In 't warme goudlicht van de winterlamp

Of wen de schemer beeft van innigheid

En, blank besluierd van den herrefstdamp,

De ruiten buitensluiten zonde en strijd,

Wilde ik u zeggen - Als een wereldramp

Kwam plots mijn Noodlot.

Al bleef ongezeid.