03.08.2012, 14:57
.
De wilde wingerd welig weent haar bloed,
Wen, kervend scherp, haar ranken wreed doorvlijmen
De mensche' om heul voor oogen krank, doch zwijmen
Haar lenteblijheid en haar overmoed.
Zoo uit mijn wonden vloeien droeve rijmen,
Die veler oogen heelen, zalvend zoet
Met zacht beweenen van hun leed, doch moet
Mijn hart verbloeden, gevend zijn geheimen.
De vogels juichen, zonneglorie tart
Me in blij lazuur, de wolken zijn verdwenen,
't Is lente. - En áldoor moet dit arme hart,
Dat enkel bloeide en vrucht droeg liefst voor éenen,
Uit àl de wonden van haar liefdesmart
Voor God en menschen wingerdtranen weenen.
De wilde wingerd welig weent haar bloed,
Wen, kervend scherp, haar ranken wreed doorvlijmen
De mensche' om heul voor oogen krank, doch zwijmen
Haar lenteblijheid en haar overmoed.
Zoo uit mijn wonden vloeien droeve rijmen,
Die veler oogen heelen, zalvend zoet
Met zacht beweenen van hun leed, doch moet
Mijn hart verbloeden, gevend zijn geheimen.
De vogels juichen, zonneglorie tart
Me in blij lazuur, de wolken zijn verdwenen,
't Is lente. - En áldoor moet dit arme hart,
Dat enkel bloeide en vrucht droeg liefst voor éenen,
Uit àl de wonden van haar liefdesmart
Voor God en menschen wingerdtranen weenen.