03.08.2012, 09:36
Ik durf nog niet den drempel overschrijden,
Al roept me een stem in 't ruischen van den wind,
Al ben ik moe van 't lange levenslijden,
Ik deins terug gelijk een schroomvol kind.
Ik mág niet - dáarom durf ik niet. Verbeiden
Moet ik nog - wat? - Aan 't leedvol leven bindt
Me een draad, die rekte - en scheurde niet, bij ('t scheiden
Van wien 'k in trouw en wanhoop heb bemind.
Strooit avondrood den vijverpias vol rozen,
'k Voel mij te moede of God wel zelf mij riep,
Den donkren drempel zie ik blauwe' en blozen,
Of, diep in 't water, héel de hemel sliep.
Maar 'k mág niet gaan vóor 't uur, door God verkozen,
God, die mijn smart, God, die mijn liefde schiep.
Al roept me een stem in 't ruischen van den wind,
Al ben ik moe van 't lange levenslijden,
Ik deins terug gelijk een schroomvol kind.
Ik mág niet - dáarom durf ik niet. Verbeiden
Moet ik nog - wat? - Aan 't leedvol leven bindt
Me een draad, die rekte - en scheurde niet, bij ('t scheiden
Van wien 'k in trouw en wanhoop heb bemind.
Strooit avondrood den vijverpias vol rozen,
'k Voel mij te moede of God wel zelf mij riep,
Den donkren drempel zie ik blauwe' en blozen,
Of, diep in 't water, héel de hemel sliep.
Maar 'k mág niet gaan vóor 't uur, door God verkozen,
God, die mijn smart, God, die mijn liefde schiep.