Sonett-Forum

Normale Version: Zooals een kind, in vreemde woon gebracht,
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Zooals een kind, in vreemde woon gebracht,

Zoo lang het dag blijft, flink zich houdt en groot,

Maar, 's avonds, denkt aan Moeders warme schoot

En 't bang verlangen uitschreit, in den nacht;



Toch weet dat kind wel dat haar Moeder dood

Op 't kerkhof leit en nooit meer zingt en lacht

En mooi vertelt en streelt en zoent zoo zacht

Haar tranen weg en ál wat haar verdroot; -



Zoo loop ik wel te zingen, in het licht,

En toon de menschen wel een kalm gelaat.

Maar wen de zon voor 't zwarte donker zwicht,

Dan zwelt mijn hart van heimwee en ik laat

De tranen vloeien me over 't aangezicht. -

O 't is zoo koud, zoo eenzaam en zoo laat!