Sonett-Forum

Normale Version: Gelijk de knaap...
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
.


Gelijk de knaap, die dorst Diana koen bespieden,

Wen viel het kuische kleed, door nymfen blank ontbonden,

Wen los de lokkenspang liet vlottend zilverblonden

Een vloed van harenzij - hij voelde 't bloed doorzieden,

Vol wilden liefdelust, zijn bonzende aadren - vonden,

In 't krakend kreupelhout, waar blaadren hem verrieden,

En sprongen naar de keel, zoodat hij niet kon vlieden,

En scheurde' aan flarden 't hijgend lijf zijn eigen honden; -



Triomflach klonk door 't woud, doch éen, wier lippen kusten

Weleer zijn rooden mond, bij 't bloedig lijk bleef treuren,

Alleen, en liet zijn hoofd in wiegende armen rusten.



Gelijk dien jagersknaap zulle' u ook éenmaal sleuren

Door Levens najaarswoud uw eigen wilde Lusten

En, onder hoongelach van vrouwen, u verscheuren.