03.08.2012, 09:09
.
Gelijk de knaap, die dorst Diana koen bespieden,
Wen viel het kuische kleed, door nymfen blank ontbonden,
Wen los de lokkenspang liet vlottend zilverblonden
Een vloed van harenzij - hij voelde 't bloed doorzieden,
Vol wilden liefdelust, zijn bonzende aadren - vonden,
In 't krakend kreupelhout, waar blaadren hem verrieden,
En sprongen naar de keel, zoodat hij niet kon vlieden,
En scheurde' aan flarden 't hijgend lijf zijn eigen honden; -
Triomflach klonk door 't woud, doch éen, wier lippen kusten
Weleer zijn rooden mond, bij 't bloedig lijk bleef treuren,
Alleen, en liet zijn hoofd in wiegende armen rusten.
Gelijk dien jagersknaap zulle' u ook éenmaal sleuren
Door Levens najaarswoud uw eigen wilde Lusten
En, onder hoongelach van vrouwen, u verscheuren.
Gelijk de knaap, die dorst Diana koen bespieden,
Wen viel het kuische kleed, door nymfen blank ontbonden,
Wen los de lokkenspang liet vlottend zilverblonden
Een vloed van harenzij - hij voelde 't bloed doorzieden,
Vol wilden liefdelust, zijn bonzende aadren - vonden,
In 't krakend kreupelhout, waar blaadren hem verrieden,
En sprongen naar de keel, zoodat hij niet kon vlieden,
En scheurde' aan flarden 't hijgend lijf zijn eigen honden; -
Triomflach klonk door 't woud, doch éen, wier lippen kusten
Weleer zijn rooden mond, bij 't bloedig lijk bleef treuren,
Alleen, en liet zijn hoofd in wiegende armen rusten.
Gelijk dien jagersknaap zulle' u ook éenmaal sleuren
Door Levens najaarswoud uw eigen wilde Lusten
En, onder hoongelach van vrouwen, u verscheuren.