02.08.2012, 18:17
Ik voel me een vaas vol tranen: wen ik buig
Naar de aard, waar slapen, 'lijk in moederschoot,
Mijn dooden, vloeien ze over. Ik vergoot
Nog álle niet, hoewel van terpen ruig
Mijn wereld is. - Gelijk gesmolten lood
Zijn ongeweende tranen, aarde, o zuig
Die in als 't kind de melk der moeder! Juich
Om uw bevrijdingswerk, verlosser Dood!
Toch wilde ik wel dat Levens álverniel
Erbarmend spaarde, al geven ze enkel pijn,
Die tranen zwaar, zóo diep dat geen me ontviel.
'k Wou, wijl ik leef, niet leeg van tranen zijn:
Dan welkten ál de bloemen van mijn ziel,
Wier stenglen baden in die zielfontein.
Naar de aard, waar slapen, 'lijk in moederschoot,
Mijn dooden, vloeien ze over. Ik vergoot
Nog álle niet, hoewel van terpen ruig
Mijn wereld is. - Gelijk gesmolten lood
Zijn ongeweende tranen, aarde, o zuig
Die in als 't kind de melk der moeder! Juich
Om uw bevrijdingswerk, verlosser Dood!
Toch wilde ik wel dat Levens álverniel
Erbarmend spaarde, al geven ze enkel pijn,
Die tranen zwaar, zóo diep dat geen me ontviel.
'k Wou, wijl ik leef, niet leeg van tranen zijn:
Dan welkten ál de bloemen van mijn ziel,
Wier stenglen baden in die zielfontein.