02.08.2012, 18:15
Lang vóor uw sterven heb ik u verloren.
Waarom nu komt gij wekken mijn verlangen,
In slaap gewiegd met lijze neuriezangen?
Waarom nu komt uw naam mijn vrede storen?
Wil met uw vingren wisschen van mijn wangen
De droeve tranen, laat uw stem mij hooren,
Laat me uw gelaat nog éenmaal zien! Verkoren
Zal ik mij voelen. Kom! mij zal niet bangen.
De lamp is blauw-omsluierd - doof haar - donker
Fluweele alleen, de saamgeleide handen
Der ingewijden wachten vroom. - Geflonker,
Als van een ster, komt zwevend zilverbranden.
Een vonk - een vinger! Van de zoldring zonk er
Een schaduwbeeld op blankverlichte wanden.
Waarom nu komt gij wekken mijn verlangen,
In slaap gewiegd met lijze neuriezangen?
Waarom nu komt uw naam mijn vrede storen?
Wil met uw vingren wisschen van mijn wangen
De droeve tranen, laat uw stem mij hooren,
Laat me uw gelaat nog éenmaal zien! Verkoren
Zal ik mij voelen. Kom! mij zal niet bangen.
De lamp is blauw-omsluierd - doof haar - donker
Fluweele alleen, de saamgeleide handen
Der ingewijden wachten vroom. - Geflonker,
Als van een ster, komt zwevend zilverbranden.
Een vonk - een vinger! Van de zoldring zonk er
Een schaduwbeeld op blankverlichte wanden.