02.08.2012, 18:14
Beklaagt gij mij, beklaag ik u wel meest,
Schim, die in 't Rijk der Schimmen vondt geen rust,
Schipbreukling van den Dood, wien nog de kust
Van 't Leven lokt, o lichaamlooze geest?
O zwervend dwaallicht, dat geen bede bluscht!
'k Ben niet voor u, doch voor mijzelf bevreesd.
Zal zoo mijn ziel, onzeker en bedeesd,
Op aarde zoeken wie haar vrede-kust?
Uw ijzige adem huivert door 't vertrek,
Grafkelderkil - O voel, mijn hart is warm.
Ik geef u gloed van levend bloed. - Gelek
Van tranen lijkt me uw vragend kloppen, arm
Droef zoekend wezen, voel hoe 'k naar u strek
Mijn liefde, o voel hoe 'k weenend mij erbarm!
Schim, die in 't Rijk der Schimmen vondt geen rust,
Schipbreukling van den Dood, wien nog de kust
Van 't Leven lokt, o lichaamlooze geest?
O zwervend dwaallicht, dat geen bede bluscht!
'k Ben niet voor u, doch voor mijzelf bevreesd.
Zal zoo mijn ziel, onzeker en bedeesd,
Op aarde zoeken wie haar vrede-kust?
Uw ijzige adem huivert door 't vertrek,
Grafkelderkil - O voel, mijn hart is warm.
Ik geef u gloed van levend bloed. - Gelek
Van tranen lijkt me uw vragend kloppen, arm
Droef zoekend wezen, voel hoe 'k naar u strek
Mijn liefde, o voel hoe 'k weenend mij erbarm!