Sonett-Forum

Normale Version: t Hoofd trotsch geheven, ben ik heengetogen
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
't Hoofd trotsch geheven, ben ik heengetogen,

Ver van het huis waar 'k nooit meer liefde vind.

Een adem Gods omaait mijn brandende oogen.

Rondom mijn weedom waait de westewind.



Al 't blonde koren ligt voor hem gebogen

En de oude boomen ruischen vroomgezind.

O zing mijn ziel in slaap, uit mededoogen

Met Gods verkoren, doch verloren kind!



De regenwolken ballen bleeke vuisten,

De pauwen schreien en de koekoek maant.

O 't waar mij wél zoo kletterbuien bruisten

In 't zwiepend groen, waar 't, als in mij, orkaant,

Zoo 'k meelij voelde in wat de boomen ruischten

En 'k van mijn wee kon weten: - zij verstaan 't.