Sonett-Forum

Normale Version: Wel duizend vinken juichen in de beuken
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Wel duizend vinken juichen in de beuken.

De koele wind omsuizelt me als een zegen.

De gele trossen van den gouden-regen

En 't groene koren aadmen lentereuken.



Ik droom van 't broze riet, dat stormen kreuken,

Doch mild de Heiland ópricht. - Angsten wegen

Zoo zwaar. - God wenkte en wilde orkanen zwegen

En rank rees óp het riet, na 't stormen-beuken.



O God, aan wien ik wanhoopte in de steenen

Gevloekte stad vol stank van zonde! suizen

Hoor ik uw boomen - 'k weet al wat zij meenen.



Zij zingen: - ‘Kom in onzen lommer huizen,

Waar, luid en lang, ge uw weedom uit moogt weenen

Om liefde's dood na smadelijk verguizen.’