02.08.2012, 16:49
.
O laat mij spreken eer ik zwijgen moet
Voor eeuwig, eer de erbarmenlooze Dood
Mijn warme lippen, die uw liefde sloot
Met kussen, met zijn lippen sluit voorgoed!
Een kind gelijk volgroeid in moederschoot,
De woon verscheurend waar het droomde zoet,
Zoo breekt in woorden rood van hartebloed
Mijn droefheid los: - zij werd mijn ziel te groot.
Lief, wil niet toornen! Wieg mijn droefheid zacht,
Gelijk een vader wiegt zijn wichtje teêr,
Met zang zóo lavend dat zij zoetjes lacht.
Zie liefdevol genadig op mij neer,
Berg me aan uw boezem, in den zoelen nacht
En sluit mijn lippen met uw lippen weer.
O laat mij spreken eer ik zwijgen moet
Voor eeuwig, eer de erbarmenlooze Dood
Mijn warme lippen, die uw liefde sloot
Met kussen, met zijn lippen sluit voorgoed!
Een kind gelijk volgroeid in moederschoot,
De woon verscheurend waar het droomde zoet,
Zoo breekt in woorden rood van hartebloed
Mijn droefheid los: - zij werd mijn ziel te groot.
Lief, wil niet toornen! Wieg mijn droefheid zacht,
Gelijk een vader wiegt zijn wichtje teêr,
Met zang zóo lavend dat zij zoetjes lacht.
Zie liefdevol genadig op mij neer,
Berg me aan uw boezem, in den zoelen nacht
En sluit mijn lippen met uw lippen weer.