02.08.2012, 16:33
.
O donzig-blonde bloei van de onbezongen
Gepluimde halmen van het Junigras!
Aromenzee, waar 'k nooit den lof van las,
Ik hef mijn handen, van uw geur doordrongen,
Naar 't hemelblauw en zegen 't rijp gewas
En laat mijn ziel door 't suizellied verjongen,
Dat, wuivedeinend, ruizlen duizend tongen,
Terwijl ik droomende in uw golven plas.
De voeten bloot, beschroomd, me een weg te banen
En ruw vertreden wat zoo vredig bloeit,
Voel 'k me als een kind, verloren in sawanen.
'k Hou' d' adem in en drink wat óvervloeit
Van morgendauw en koel met halmentranen
Mijn smartvol hart, dat eeuwig klopt en gloeit.
O donzig-blonde bloei van de onbezongen
Gepluimde halmen van het Junigras!
Aromenzee, waar 'k nooit den lof van las,
Ik hef mijn handen, van uw geur doordrongen,
Naar 't hemelblauw en zegen 't rijp gewas
En laat mijn ziel door 't suizellied verjongen,
Dat, wuivedeinend, ruizlen duizend tongen,
Terwijl ik droomende in uw golven plas.
De voeten bloot, beschroomd, me een weg te banen
En ruw vertreden wat zoo vredig bloeit,
Voel 'k me als een kind, verloren in sawanen.
'k Hou' d' adem in en drink wat óvervloeit
Van morgendauw en koel met halmentranen
Mijn smartvol hart, dat eeuwig klopt en gloeit.