01.08.2012, 09:12
.
De regen roffelt op de strakgespannen
Schermen, rouwzwart, lantaren-overglommen,
Een droeve marsch op sombr'-omfloersde trommen,
Op trage maat van zwaren stap-van-mannen.
Windvlagen loeie' uit kerkhoflaan, als drommen
Verdoolde zielen, huiverbang verbannen
Uit huis van eigen lijf, met twijge' en pannen
Mij dreigend, tot haar wanhoop doet verstommen.
Een reuzelange schaduw op den rossen
Rijweg werpt vóor zich uit elk naadrend wezen,
Als voorgevoel van noodlot....
Doch verlossen
Van donkre macht belooft en kalmt mijn vreezen
Van verre al 't venster, rood van haardeblossen,
Waar 'k veilig bij mijn levensboek ga lezen.
De regen roffelt op de strakgespannen
Schermen, rouwzwart, lantaren-overglommen,
Een droeve marsch op sombr'-omfloersde trommen,
Op trage maat van zwaren stap-van-mannen.
Windvlagen loeie' uit kerkhoflaan, als drommen
Verdoolde zielen, huiverbang verbannen
Uit huis van eigen lijf, met twijge' en pannen
Mij dreigend, tot haar wanhoop doet verstommen.
Een reuzelange schaduw op den rossen
Rijweg werpt vóor zich uit elk naadrend wezen,
Als voorgevoel van noodlot....
Doch verlossen
Van donkre macht belooft en kalmt mijn vreezen
Van verre al 't venster, rood van haardeblossen,
Waar 'k veilig bij mijn levensboek ga lezen.