Sonett-Forum

Normale Version: Kapellen en waterbellen
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
.



Ik voelde Woorden uit mijn boezem wellen

En vleugeltrillen in mijn keel en beven

Tegen mijn lippen, willend zweveleven,

Als blauwe en gou'en fladdrende kapellen.



Of wieglend spieglende in haar kleuren zeven

't Rondom vermooid, gelijk de waterbellen

Door d' adem van een kind, in pralend zwellen,

Zoo ijl, zoo blij, het luchtruim ingedreven.



Doch goudgepantserd trad, met trouw vermanen,

Mijn Zwijgen toe en sloot de roodporfieren

Poort waar mijn Woorden doortocht wilden banen.



Kapellen blauw, die lente wilden vieren!

Gebersten bellen! ach! het zijn maar tranen,

Waarin gebroken vlindervleuglen slieren!