31.07.2012, 09:11
.
Nu slingert Winter blanke parelsnoeren
Om 't armoe-naakt der bruine boomentwijgen,
Gehoonde slaven die zich rillend neigen:
De grimm'ge Winter moet zijn wil volvoeren.
Rouwzwarte raven, klaaglijk roepend, stijgen
Uit neveldreven, waar ze op lijken loeren.
Stormwilde meeuwen laten mak zich voeren
Op grijzen vijver, waar de waatren zwijgen.
O boomen trouw, in ketenen geslagen!
O meeuwen trotsch, van de eigen zee verdreven!
O vijver vrij, die menschenvolk moet dragen!
Uw winterlijden lijkt mijn dichterleven:
De strenge Stof, die doet zoo droef mij klagen,
Knelt, temt en stremt mijn ziel, die vrij wil streven.
Nu slingert Winter blanke parelsnoeren
Om 't armoe-naakt der bruine boomentwijgen,
Gehoonde slaven die zich rillend neigen:
De grimm'ge Winter moet zijn wil volvoeren.
Rouwzwarte raven, klaaglijk roepend, stijgen
Uit neveldreven, waar ze op lijken loeren.
Stormwilde meeuwen laten mak zich voeren
Op grijzen vijver, waar de waatren zwijgen.
O boomen trouw, in ketenen geslagen!
O meeuwen trotsch, van de eigen zee verdreven!
O vijver vrij, die menschenvolk moet dragen!
Uw winterlijden lijkt mijn dichterleven:
De strenge Stof, die doet zoo droef mij klagen,
Knelt, temt en stremt mijn ziel, die vrij wil streven.