Sonett-Forum

Normale Version: Uren
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
.


Als blonde kindren hupplen de Seconden

De poort des Morgens uit, vol lichtgeluk.

Als kreunende ouden, steunende op hun kruk,

Strompelen traag de zware Middagstonden.



Hoofdschuddend, zuchtend, droef-eentonig druk,

Toonen zij bloot de nooitgenezen wonden,

Teekenen rood op schouderen geschonden

Door 't eens zoo trotsch getorste levensjuk.



Dan komen vroom, in slepende gewaden,

De zingende Avonduren zilverblank,

Wandelend zacht langs bruine schaduwpaden.



Maar hoe zal ik, van middagklachten krank,

Beängst en moe van droomen als van daden,

Weer vrede vinden in hún stemmenklank?