Sonett-Forum

Normale Version: Zomerbui
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
.



Aán rolt een horde wolken over 't wijde

Wijnroode Westen waar, als koopren speren,

De sparren tartend wachten en zich weren

De al ritselende abeelen, rêe ten strijde.



't Hoogmoedig bosch laat nooit zich overheeren

Door wild barbaarsche wolken, windgeleide,

Ordlooze horden van Gods hemelheide;

't Zwaait kalm en krachtbewust zijn palmenveêren.



Doch uit de donkre donderwolken stuiven

Saam zware stralen regen tot een dichten

Mantel van zilvermist om 't wapenwuiven.



Boven de boomen, blank in bliksemlichten,

Fladderen geesten in gestalt' van duiven,

Die tusschen aarde en hemel vrede stichten.