Sonett-Forum

Normale Version: Lenteheim wee
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
.


Nu stort alom zoo smartlijk passiedronken

De nachtegaal zijn reine Meiziel uit,

In maagdlijk lanenloof vol ruischgeluid

Van koelen wind en goud van zonnevonken.



O 'k voel me omprangd van heimwee, bij 't gefluit,

Naar 't Paradijs, waar 't eerst mijn lippen dronken

Den wijdingswijn dien godeboden schonken,

Waar in Mei's armen 'k zwijmde als Meiebruid.



O Paradijs, waar 'k leefde als uitverkoorne,

Verbannen wreed door Godes ongenâ,

Draag 'k in mij om uw beeld, of 'k treure of toorne.



'k Zal nooit u weerzien, waar ik dwale of ga.

En weenensmoe, voel 'k weemoed om 't verloorne,

Als droom-aroom van roze en reseda.