Sonett-Forum

Normale Version: Meinacht
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
.

Nachtkalm is 't park, met lanen lang verlaten.

De luwe lucht is éen lauw geurenbad.

Magnolias, roosblank, vlak aan 't water, laten

Bloembladen drijven op het vijvernat.



De boomen sluimren, droomloos en gelaten;

Wat sneeuw van meidoorn vlokt van boschje op pad.

'k Hoor, in de verte, een lam zachtklagend blaten,

Of 't was verdwaald en droef om moeder bad.



Of 't vragend blaten wekte een slapend lijden,

Rilt door de stilte boomen-stameltaal.

De aanhef is ruischen en, om 't leed te wijden,



Tot, triomfantlijk, troost op aarde daal,

Zingt luid zijn lied, dat leert in smart verblijden,

Tragisch en hoog, de heil'ge nachtegaal.