Sonett-Forum

Normale Version: Bloemenbanden
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
.


Toen kwam zij tot mij met haar bloemenbanden,

Die, sterk en zacht, mij weêr aan 't Leven bonden.

En 'k toornde: - ‘O Liefde! ik ken uw looze vonden.

Vrij blijft mijn ziel, al ketent gij mijn handen.



Ik haat u, Liefde, om 't slaan van zóoveel wonden!

Ik vloek u, Liefde, om zóoveel hellebranden!’

Doch Liefde sprak: - ‘Mijn weg leidt naar Gods landen

'k Ben niet wie gij meent, maar door God gezonden.’



Maar twijflend, ik: - ‘Hoe zal, o Rijke aan logen!

'k Met U langs de aarde een weg ten hemel vinden?’

Toen zag ik zacht haar kleed van licht bewogen



Door vleuglen, trillend op de hemelwinden,

En hemelheimwee droomend in haar oogen.

- Toen boog ik 't hoofd en liet mij willig binden.