29.07.2012, 14:53
.
O God! mijn God! nu 't offer is gebracht,
Nu ik mijn laatst geluk, als Abraham
Zijn lieven zoon, naar 't bloedig outer nam,
Nu laat mij weenen, heel mijn levensnacht!
Omkransd met bloemen als een offerlam,
Huppelde 't argloos kind, met rijs bevracht,
En waagde een vraag of neurde een wijsje zacht,
Tot Abram aan de plek der wijding kwam.
Doch eer op 't weerloos hoofdje 't offerzwaard
Neerdaalde, greep een engel Abrams arm,
En zie! den vader bleef zijn kind gespaard.
O laatst geluk, gekoesterd bang en warm,
U heeft geen engel voor Gods toorn bewaard....
En 'k voel mij nu zoo eenzaam en zoo arm!
O God! mijn God! nu 't offer is gebracht,
Nu ik mijn laatst geluk, als Abraham
Zijn lieven zoon, naar 't bloedig outer nam,
Nu laat mij weenen, heel mijn levensnacht!
Omkransd met bloemen als een offerlam,
Huppelde 't argloos kind, met rijs bevracht,
En waagde een vraag of neurde een wijsje zacht,
Tot Abram aan de plek der wijding kwam.
Doch eer op 't weerloos hoofdje 't offerzwaard
Neerdaalde, greep een engel Abrams arm,
En zie! den vader bleef zijn kind gespaard.
O laatst geluk, gekoesterd bang en warm,
U heeft geen engel voor Gods toorn bewaard....
En 'k voel mij nu zoo eenzaam en zoo arm!