29.07.2012, 13:49
.
Als een geleerde een oud geel perkament,
Gebogen onder 't lamplicht, woord voor woord,
Ontcijfert: over 't stuk, dat hem bekoort,
Heeft klerk of monnik een kronijk gepend;
Nu juicht hij in zijn vondst, die hém behoort,
Waarvan hém de eer zal worden toegekend,
Al heeft hij maar voor 's dichters monument
Eén steen van 't edelst marmer opgespoord; -
Zoo, uur aan uur, tuur 'k in mijn ziel en spel
Een oud gedicht, dat God daar zelf in schreef,
Door 't heiligschennend Leven uitgewischt.
Doch ik, die waak en werk in de enge cel,
Bid dat ik eens deze arme wereld geef
't Woord, dat haar zalig maakte, áls zij het wist.
Als een geleerde een oud geel perkament,
Gebogen onder 't lamplicht, woord voor woord,
Ontcijfert: over 't stuk, dat hem bekoort,
Heeft klerk of monnik een kronijk gepend;
Nu juicht hij in zijn vondst, die hém behoort,
Waarvan hém de eer zal worden toegekend,
Al heeft hij maar voor 's dichters monument
Eén steen van 't edelst marmer opgespoord; -
Zoo, uur aan uur, tuur 'k in mijn ziel en spel
Een oud gedicht, dat God daar zelf in schreef,
Door 't heiligschennend Leven uitgewischt.
Doch ik, die waak en werk in de enge cel,
Bid dat ik eens deze arme wereld geef
't Woord, dat haar zalig maakte, áls zij het wist.