Sonett-Forum

Normale Version: STIJN STREUVELS
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Mijn wintercel kwam frissche wind doorvaren.
De stugge wanden weken — Een ik zag
De maaiers zwoegen, in den blauwen dag,
In zongeweId en zee van blonde baren.
'k Hoorde aIs een bel een heIIen meisjeslach.
'k Zag vrooIijk mengIen goud van meisjesharen
Met blauw van vlas en geel van korenáren.
'k Zag bloemgestrooi en 't wappren van een vlag.
Ik rook aroom van akker, vlier en linden,
Ik zag een dorpje ombIoeid van pagewinden,
Ik hoorde een Ieeuwrik juichen boven 't land.
't[Was áI uw gaaf ! — Hoe zaI ik woorden vinden
Om rond uw schoon mijn kroon van dank te winden,
O Zonnedichter, aarde's zielverwant?