Sonett-Forum

Normale Version: FRANCOIS VILLON
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
O gij, die dolend dichtte, o vreemde vagebond,
Nu peinzend droef, dan spottend vrooIijk aIs een guit.
Belust op deernen., wijn en loos geroofde buit,
Die voor uw moeder vroom een snoer van rijmen wondt
Rondom het beeld der Maagd, die 't Kindje in de armen sluit.
Voor sneeuw van Iang voorheen en schoonheid, die verzwond
Onsterfelijken zang vol teelren weedom vondt,
Gelijk, in Ientewoud, een eerste merel fluitI
In levens Iabyrinth hoe zuiver zong en zoet,
Op 't rhythme van uw stap, het ruischlied van uw bloed,
Taveerne-woesteling, ten dood gedoemde dief,
Die schier met gaIgestrop uw zonden had geboet!
Mij zijt gij lief en 'k voel, den Heiland waart gij lief.
Hebt ge in Gods Eeuwig Land niet Paul Verlaine ontmoet?