Sonett-Forum

Normale Version: AVOND
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
De zomeravond daalt, het licht gaat scheiden
Van verre klinkt nog 't stervend stadsgerucht
Door 't trillend loover ruischt een laatste zucht
En alles zwijgt en wacht in stom verbeiden.
Doch als de goudomstraalde zonne zinkt
En door de wolken breekt met purpergloren
Doet zich een lied uit gindschen boomtop hooren
Dat smeltend rein de stille lucht doorklinkt.
0 lieve merel, in Uw zuiv're zangen
Is éênklank met dit wonderplechtig uur
En met mijn eigen onbestemd verlangen.
Verheven eenheid spreekt uit de natuur
Uit mijn gemoed, door heil'gen ernst bevangen
Uit meerlenzang en scheidend zonnevuur.