Sonett-Forum

Normale Version: DE MAAT
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Er is geen maat die ik in u niet vind.
Gij zijt de berg en gij zijt ook het grein,
Gij zijt de aardwoning en het hemelplein,
Gij zijt de vader en gij zijt het kind.
Ik heb mijn oogen die u zien, maar blind
Zie ik u ook: in mij het bloedgedein
Is zoozeer u als de eindelooze trein
Van vormen, die nooit eindt en nooit begint.
En 't vormenlooze is u — niet vormeloos
Maar reinste maat van vormen-mooglijkheid —
Ik ben daarin, een kern, gezaaid door u.
Zoo is van u tot mij geen toen, geen nu,
Geen rechts, geen links, maar volheid mateloos
Die ik -- maar Broom to zijn, dock die gij zijt.