Sonett-Forum

Normale Version: DE ENGEL
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Ik heb de kerken forten en paleizen
Van 't menschvolk opgezocht: een engel Gods
Dreef ik tusschen de torens toen mij plots
Een mensch bemerkte: ik zag zijn blikken peizen
Hoe 'k hing voor het gesternte en leek to deizen.
De nachthemel bleef stil en geen geklots
Van de eeuwge stralenzee drong door: zijn trots
Bewoog het lokkig hoofd na mijn verreizen.
Alleen mijn oogen glansden: omziend zag
Hij die nog eens : hun blik trof hem het hart.
Toen sliep hij. En voortaan, bij nacht bij dag,
Bij klokgelui, kanongedreun, fanfaren,
Bij 't roepen van de markt, in weelde en smart,
Ziet hij mijn oogen onafwendbaar staren.