Sonett-Forum

Normale Version: ZOMERAVOND
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Wat stonden de oleanders stil ; wat kroonden
Hen sterrenbeelden met hun schoonen boog;
En als een gloed en damp door 't donker vloog
En lichte vensters van een trein, (wat woonden
Daar vreemd en vreedzaam die, met aarzlend oog
Voorbijgegleden, even zich vertoonden
Der streek, wier lijf en lust naar andre toog,
Naar lievre landen die hun lusten loonden) —
Wat klonk gedempt dan van ons beiden 't spreken:
Zilvren gedachten gouden droomen na -
Tot we in de sterren zwijgend roerloos keken.
Tot we in dat blauw en nachtlijk gagesla
Door zooveel oogen, ons ook voelden weeken
Den dag die brandde en 't hard daaringesta.