Sonett-Forum

Normale Version: Duif en sperwer
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Duif en sperwer

"Mijn God" - zoo sprak de duif - "is innig zacht,
Heeft donzen wieken, en bemint ons allen;
Almachtig, heerscht hij over duizend-tallen
En houdt op ieglijk duifje trouwe wacht."

De sperwer sprak: "Mijn God heeft vlucht en kracht,
En kan op eens uit hooger luchten vallen,
En die Volmaakte laat een juich-kreet schallen,
Wanneer zijn schoone neb een doffer slacht."

Zoo keven zij; de een riep: "Gij lastert God" -
En de ander: "Gij zijt dom" - "Gij wilt mij krenken" -
- "Godloochenaar! - Gij drijft met God den spot!"

Een uil, vol wijsheid, zag ik stilte wenken;
Die sprak: "Verdraagt elkaar, en weest niet zot,
Daar wij ons, allen, God met vleugels denken." -