04.10.2011, 18:08
- O, lichte Visioenen mijner Jeugd!
Al, àl te dierbare herinneringen,
Toen 'k dorst met stamelenden mond te zingen
De groote droomen mijner zienersvreugd.
Gaat heen, 't wordt tijd: op wilde golven dringen,
Wat géén mensch deert en niemand ook verheugt,
Grootmachtig-naakte en gruwbaar-simple dingen ...
'k Zeg thans Mij-zelven en Diens groote Deugd:
Der Smart oprijzing en der Mensch-vreugd val,
Der Wijsheid bitterst, wat elk mensch zou zwijgen,
Diep-menschelijke Waarheid, wees gegroet!
Want uit het binnenst van Mijns-Zelfs-zelf zal
Op maat van zware melodieën stijgen
De Apokalupsis van mijn donkren gloed.
Al, àl te dierbare herinneringen,
Toen 'k dorst met stamelenden mond te zingen
De groote droomen mijner zienersvreugd.
Gaat heen, 't wordt tijd: op wilde golven dringen,
Wat géén mensch deert en niemand ook verheugt,
Grootmachtig-naakte en gruwbaar-simple dingen ...
'k Zeg thans Mij-zelven en Diens groote Deugd:
Der Smart oprijzing en der Mensch-vreugd val,
Der Wijsheid bitterst, wat elk mensch zou zwijgen,
Diep-menschelijke Waarheid, wees gegroet!
Want uit het binnenst van Mijns-Zelfs-zelf zal
Op maat van zware melodieën stijgen
De Apokalupsis van mijn donkren gloed.