Sonett-Forum

Normale Version: O zoet, zelf-vergenoeglijk kind Couperus,
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
O zoet, zelf-vergenoeglijk kind Couperus,
Dat steeds gingt in valsch-prinslijk pedantisme
Naast uwe Meerderen en zei: ‘Wat is me
Dit alles waard, dat zoodje, waar geen heer is,

Die geven kan dat, wat die Oude Gids me
Kan geve' aan roem, - wat zeg 'k? aan mondainisme,
Ik, die mij-zelf voel een echt Haagsche Heros,
Den Haag, dat laat nooit van zich-zelf een veer los

Tege' Amsterdam.’ - Pardon, 'n Stad, die 's Lands Hart is,
Hart heerlijk-hoog, al wordt het ook verstooten
In schijn door 't Hof zelf, voor wie 't mooglijk Smart is,

Neen nimmer is geweest, ondanks 's Stads Grootte,
Maar moest zijn, daar in 't Hart van Amsterdam
't Een lêeg Paleis heeft op den Koninklijken Dam.