Sonett-Forum

Normale Version: Gij, die quasi-poëtische pretenties
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Gij, die quasi-poëtische pretenties
Zijt voor een toekomst, die voor U niet zijn zal, -
Wat ik door-zie, - ik die uw leelijk klein zal,
Neertaaklen zal door mijn waar-puurste essentie;

O, gij, die zijt een wandlende Indolentie
Van slecht-zijn onbeschuldigbaar, o mal,
Neen, idioot geslacht, dat ligt als kwal,
Verworpen door der Zee onkenbre Intentie, -

Gij allen, die daar gaat, schijnbaar zoo weerbaar,
Met baandren en trompetten en wat krijgs-volk,
Geworven door een schettren valsch-trompetlijk, -

Gaat maar zoo door: gij zult eens op uw lijkbaar
Zien, wie gij waart, en dat dit prachtig rijks-volk
Weet dat uw leven was een knoeie' ontzetlijk.