Sonett-Forum

Normale Version: O kereltje in uw regen-jassen-trots,
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
O kereltje in uw regen-jassen-trots,
Waarmee ge, als een barbaarsche potentaat,
Durft fiertjes stappen door de Kalverstraat,
Met houten nek en gelaat, bruut als rots,

Als waart ge een keerl, die op zijn pooten staat,
Zijn eigen, en niet bukken wil voor Gods
Geheimnis ondoorgrondbaar. - Maar gij plots
Zult merken mensch te zijn niet, surrogaat

Van het waarachtig Mensch-zijn, gij die manlijk
Wilt zijn, en toch gekund hebt met bedriegers
Te knoeien tegen mij, die 't heel plan dóórzag,
Toen 'k was ten doode ziek. O, schandlijk, schandlijk
Staan tegen Mij op, als brutale liegers,
Tegen dit mensch, die heel dit tijd-perk vóór-zag.