Sonett-Forum

Normale Version: HET EINDE
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
HET EINDE

Ik ben een Mensch: niets is mij vreemd gebleven
Van al wat menschlijk is aan kans en keer.
Met meer drift heb ik mijn daden voldreven
Dan één drijver, en meer leed mijn hart zeer.

Want ongetucht togen mijn straffe daden
Door de dagen tot onbesomde buit.
En langs zoovele schoone en schuwe paden
Zwierven mijn droomen in de na-nacht uit.

En thans. Het eind van daden en van droomen?
In 't oude Hof heb ik mijn graf gekocht
Waar het graf bloeit van mijne vrome Moeder.

Zij liggen daar: de trouwen en de vromen,
Waar ik rusten wil van tuchtloozen tocht:
Ach, één is het deel van Droomer en Woeder.