Sonett-Forum

Normale Version: Zijn Stede
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Zijn Stede

De spoorbaan bindt de levensdriftge Steden,
Dicht aan de spoorbaan bloeit het doodenveld.
Hij stierf, een knaap, die moeizaam heeft geleden,
Mijn hart herdenkt, terwijl het leven snelt.

In 't laat najaar hebben wij hem begraven,
Die nauwlijks het wonder van zijn jeugd zag,
Een dag zóó schoon, alsof al goede gaven
Van een gansch jaar vervulden dezen dag.

Weer proeft mijn mond de zonnekus zoo teeder,
Toen wij snikkend saam-schaarden om zijn graf,
De open grond geurde, en, hoor, een vogel floot.

Op tocht van Stad naar Stad gedenk ik weder,
Smart in hart en Lied, wat het lot hem gaf.
«Het korte leven en den eeuwgen dood. »