Sonett-Forum

Normale Version: Een tweeling 1
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
In schemering des nachts, waarin de dingen
Zijn van den dag, bekend, maar overdofd
Van schaûw en donkerte, en iets komt als trof't
U onverwacht in nauw-nabijheid, - gingen.

Ik en een jonkvrouw langs de wemelingen
Der golven-rijen, zelf op 't strand, bestofd,
Op 't natte en droge zand, wijl naast ons ploft
Telkens de golf groen-zilver-schitteringen.

En wijl ik 't lichten van de golven zag,
En 't kleine golfje vallen op het zand,
Van zilver zoompjen tellekens omrand,

Zag ik ook haar, - die 'k van den lichten dag
Kende zoo goed, - als donkere beweging,
Die, denkende 't onkenbre denken, meêging.