Sonett-Forum

Normale Version: Amsterdam - 2
Du siehst gerade eine vereinfachte Darstellung unserer Inhalte. Normale Ansicht mit richtiger Formatierung.
Ik, die zoo vaak stond op den grooten Dam,
Den ouden Dam, waar nimmer is geheid,
Die stremde de Amstel, komend van 't geweid',
Laag water-slooten-land, o, Amsterdam -

Waar staat uw innigst kamerhuis, door Cam-
pen gebouwd, Jacobus, want gezeid
Is daar zóó schoons van: als in maai-gras weid'
Daar Een, die de Al-Grootheid van Amsterdam

Bezongen heeft in wel-geloovig lied,
'k Zei: daar is niet geheid, maar dat is niet
Geheel waar; in de Warmoesstraat is niet

Geheid, waar Hij, wien ik niet noemde, woonde,
Die de al-schoon-dichterlijke pracht vertoonde -
Dertien-duizend-zes-honderd-vijftig paal'n staan in den gronde.